donderdag 24 december 2009

Opa’s en kleindochters


Ik weet niet wat dat is met opa’s en hun kleindochters, en in de volgende regels hoef je daar ook geen wetenschappelijke onderbouwing van te verwachten of zo. Ben je de hele dag bezig geweest, zit je kapot en heb je je net verborgen achter je laptopje, komt Lynn op bezoek: “Opa, gaon we ein spelke doôn?” is het eerste wat ze zegt. Opa is eigenlijk te moe en zou iedereen kort en bondig teleurstellen, maar bij haar ligt dat anders. “Det is goôd schat”, “Okee opa, zulle we boëte gaon köppe, op de frisse lôch, det is gezônd . . “. Stiekem had ik gehoopt op een spelletje “Mens-erger-je-niet”, ook niet direct mijn favoriete bezigheid, maar dan kan ik tenminste blijven zitten. Effe diep zuchten, want beloofd is beloofd, en als een jonge god loop ik even later achter alle misgekopte ballen aan.

Je hoeft bij haar niet lang te zoeken naar relationele genen, ze heeft van die nuchtere to-the-point uitspraken die eigenlijk niet bij haar leeftijd passen maar die m’n zoon ook zou kunnen maken. En, als ik haar bezig zie met sporten, vormt dat fanatieke gefocust zijn een bijna emotionele hechtpleister naast die nietszeggende bloedlijn. Een paar jaar geleden namen we haar wel eens mee naar PSV-Atletiek. Opa deed kogelslingertraining en Lynn sleepte onvermoeibaar die zware kogels terug naar de ring. Daar tussendoor liep ze af en toe een rondje op de 400-meter-baan, of kreeg zomaar spontaan privé-training van een jeugdleidster van PSV, ze heeft talent, alsof ik dat niet wist! Ik leerde Lynn hoe ze een steen zover mogelijk kon weggooien in de Maas en met een kogeltje van één kilo kopieerde ze feilloos mijn stoottechniek. Hoe trots kan een opa zich dan voelen.

Opa, ik wil ouk op atletiek”, en ondanks dat ze te jong was, werd Lynn aangemeld bij de plaatselijke atletiekvereniging. Na een paar weken kwam het teleurstellende bericht: “ze vind er niks meer aan . . . “, potverdomme had ik nog zo gehoopt. Mama en papa vinden heel terecht dat ze eerst nog even moet doorzetten en oma en opa gingen toch maar even nieuwsgierig controleren “hoe dat nu zit en hoe ze het doet . . “.
Nou ja zeg, dat kan ik me voorstellen, laten ze die kindertjes eerst rondjes lopen totdat ze doodop zijn. Daarna een verplichte combinatie van rugby en voetbal, met onze allerkleinste Lynn in dat te groot bemeten doel. Komt ze even later huilend naar de kant omdat ze een te harde bal van zo’n grote bengel had gestopt. Ja, zet Lynn niet in die goal, want ze doet haar uiterste best alles tegen te houden. En schiet je er naast, eigen schuld, maar dan moet je zelf de bal gaan terughalen. Als toetje moeten ze nog een paar rondjes zogenaamd uitlopen en met beteuterde gezichtjes druipen de voor altijd verborgen blijvende Rens Blommen en Rutger Smitjes af. Op dat moment schaam je je plaatsvervangend voor de atletiek, jeugd moet immers elke training spelend kunnen springen, werpen en ja, ook sprinten en een paar rondjes lopen.

Nu is ze een paar maanden “op judo”, vorige week had ze haar eerste toernooitje afgesloten met een mooie tweede plaats, het eerste eremetaal is binnen. Afgelopen week moesten oma en opa ook maar eens gaan kijken, er waren immers clubkampioenschappen. Prachtige accommodatie daar in de Boekend, geïntegreerd in mijn eigen oude tennishal, mooie tribune en allemaal kinderen als kleine boeddha’tjes langs de tatami (ja, zo heet die judomat), zenuwachtige ouders op die tribune. De organisatie keurig in oranje-zwarte trainingspakken legt begrijpelijk uit hoe een en ander gaat verlopen, zelfs oma en opa weten nu van yoka’s en wasari’s. Lynn moet beginnen tegen een jongetje, ze grijpt hem stevig bij z’n kladje (of heet dat kimono?) en het spelletje “begin-jij-of-begin-ik” neemt een aanvang. Elkaar beloerend schuiven ze van links naar rechts en dan weer terug, de tegenstander raakt in onbalans en Lynn vloert hem met een schitterende o-soto-gari (beenhaak buitenkant voor de buitenstaanders), waar haalt ze het vandaan, klasse. Ik zie vervolgens dat grondgevechten en houdgrepen ook haar “ding” zijn. Ze laat niet meer los en wint, opa blijft uiterlijk onbewogen op de tribune zitten, zijn sporthart imiteert ondertussen een kangaroe op een gloeiende plaat. Bij de tweede partij moet ze tegen een meisje van gelijke lengte, maar een jaartje of wat ouder. Die vader van dat meisje staat langs de tatami (mag dat?) en maakt slingerbewegingen. Dochterlief gehoorzaamt en sleurt Lynn wild in de rondte, hé wacht eens, dit heeft verdacht veel weg van kogelslingeren, alleen in de verkeerde setting! Maar succesvol blijkt het wel, bij de eerste misstap werpt ze zich op onze kleindochter: ippon. Ik heb de fatale techniek proberen terug te zoeken op het internet, maar hij stond er niet bij. Na een uurtje doorzoeken vind ik een paar foto’s die er enigszins op lijken, maar die staan onder vrij worstelen, dat moet zo’n scheidsrechter toch ook weten? Ik mag toch ook niet slingeren met een speer, regels zijn regels! Even later moet ze weer tegen dezelfde tegenstandster, mijn zoon staat (met camera) nu naast die vervelende vader geposteerd. Deze wedstrijd wordt een stuk interessanter met duidelijke kansen voor Lynn, toch verliest ze weer. Maar ze leert erg snel, nu was de tijd tussen de partijen nog even te kort, maar onze Lynn die komt er gegarandeerd wel.

We blijven nog even kijken naar de andere groepen, en ik begin me in toenemende mate te storen aan het gedrag van die opdringerige ouders aan de rand van de tatami. Een vader filmt (alleen) zijn zoontjes en bemoeit zich overduidelijk met de wedstrijdscores, waar hebben we het over? Aan de andere kant staan een irritante vader én moeder hun kroost ordinair toe te schreeuwen. Als die kop van die vent in mijn waarneming uitnodigend gaat lijken op een boksbal, vind Marijke het tijd voor de koffie. Maar trots verlaat opa de dojo, mijn kleindochter doet het prima en heeft de potentie om een hele goeie te worden, hopelijk vergallen die irritante elementen langs de tatami niet haar plezier in deze mooie sport.

En anders, misschien, heel misschien krijg ik nog wel eens de kans om haar kogelslingeren te leren. Zal ik het mogen meemaken, toch nog eens een Titulaer op de Olympische Spelen? Ik weet niet wat dat is met opa’s en kleindochters!

In ieder geval toch nog maar even in het krachthonk, opa moet in vorm blijven voor het geval, je weet maar nooit . . . .

maandag 21 december 2009

Weeralarm . .? Slingerpret. . !

Met tegenzin wordt ik wakker, knijp m’n ogen weer dicht, Marijke trekt het rolluik omhoog en kraait: “oohh Jan, het sneeuwt”. Maar het is ook zondag en dat betekent voor mij: lekker trainen op mijn veldje bij Scheuten Glas. Mijn stramme en s’morgens vroeg dus onwillige ledematen worden in thermo-ondergoed gefrommeld, en daarover heen nog een aantal lagen textiel tegen de ijzige kou. Beneden is het al lekker warm en de thee staat op tafel te dampen. “Ze hebben weeralarm afgegeven, iedereen die niet weg moet, wordt aangeraden thuis te blijven”. Ik kijk eens naar onze tuin en inderdaad, buiten ligt een flink pak sneeuw en een klein winters stormpje stuwt de gestaag opgejaagde witte vlokken op tot sneeuwduintjes . “Waar hebben we dat aan te danken, dat bedoelen ze nou met een echte kerstsfeer”, maar erg koud blijft het. Marijke vraagt niet eens of ik thuis wil blijven, ze kent me een beetje, maar zegt alleen: “ben je voorzichtig?”. Ze weet immers dat -13⁰C en wat sneeuw het niet winnen van mijn wekelijkse afspraak met die stomme kogels.

Buiten ligt een kraakhelder wit ongerept tapijt, er heerst een serene stilte op straat, zelfs de kinderen laten dit kerstplaatje nog even ongemoeid. Het enige wat je voelt is die ijzige wind die de sneeuwvlokken langs je oren snijdt. Ik ga Henk ophalen en samen slidderen we door de sneeuw richting Scheuten Glas met de bezem tussen ons in, want er zal straks eerst geveegd moeten worden. Met blote handen beginnen aan ons eerste onderdeel, kogelstoten. We letten specifiek op de oefeningen, die we vorige week van Wim hebben meegekregen.Linkerschouder hooghouden, eerst de heup inzetten en hoog uitstoten. Onze kogels rollen akelig ver door in de dikke sneeuwlaag, de droge sneeuw plakt gelukkig niet aan het vrieskoude ijzer. “We doen wat fout, we moeten nog hoger uitstoten, die kogels rollen véél te ver door”. Je hoeft vandaag geen prestaties te verwachten, wel worden m’n handen lekker warm, net zoals vroeger met sneeuwballen gooien. Je voelt je weer heel even dat kind, beelden uit m’n jeugd begeleiden daarbij de voorbijflitsende sneeuwvlokjes. We gaan kogelslingeren, heej . . . , een verdwaald personenbusje raakt bijna van de weg, de chauffeur kijkt onze kant op, dat moet je nu niet doen. “Die moet wel denken, wat zijn dat voor twee gekken”. De opdracht voor vandaag is drie draaien maken, laag blijven en opstrekken bij de uitworp, en die verplichte combinatie valt onder zomerse omstandigheden al niet mee.
Maar nu worden we wel door de gladde ondergrond gedwongen om héél rustig te beginnen en druk te houden op die linkervoet, anders lig je zo op je snufferd. Maar het lukt, en dan is het toch weer even kikken! We staan hier niet alleen voor de sneeuwpret, dit moeten we even digitaal vastleggen. Om beurten doen we onze stinkende best voor het nietsontziende oog van de camera, maar het is net als met wedstrijd: “inwerpen gaat altijd goed, maar als het erom gaat dan lukt het niet”.
Henk klopt z’n rooie handdoekje uit en spreidt dat keurig uit op de sneeuw: “Denk je dat dat nu droogvriest of zo . . “. Henk schaatst weg met zijn besneeuwde wenkbrauwen en komt even later terug met . . . een thermosfles en een beker hete koffie! Wat unne goeie vent, dat die daar aan gedacht heeft, en samen staan we minutenlang in die sneeuwstorm om beurten te slurpen uit datzelfde bekertje. “De bacillen vriezen toch kapot”, wat een feest!

Zoals gewoonlijk sluiten we de zondagmorgen af met gewichtwerpen! Drie pogingen uit stand, drie met één draai en drie met twee draaien. Henk haakt halverwege af:”te gevaarlijk”. En hij heeft eigenlijk ook wel gelijk, ze hadden immers een weeralarm afgegeven.

vrijdag 18 december 2009

Wie zijn die vijf overgeschreven atleten?

Peter Willemse vroeg me gisteravond of ik "die vijf nieuwe masters" kort wilde voorstellen in het clubblad, en dan liefst aan de hand van die groepsfoto, genomen bij het NK in Eindhoven.

Die prachtige foto, door Marijke genomen bij het NK-werpvijfkamp en NK-kogelslingeren 2009 in Eindhoven, waar we alle vijf als trotse medaillewinnaars staan te glimmen van links naar rechts: Paul Philips, Frans Klep, Henk van Bakel, Jan Titulaer, onze coach (pap) Lei Holthuijsen en Peter Holthuijsen.
Die wij dat zijn een vijftal uit de kluiten gewassen lobbessen, die (nog altijd) fanatiek trainen op alle vijf de werponderdelen (kogelslingeren-kogelstoten-discuswerpen-speerwerpen-gewichtwerpen) maar ook regelmatig uitkomen op (inter)nationale werpvijfkampen en werpwedstrijden. Een doorslaggevend argument om voor Swift te kiezen was wel de onuitwisbare rijke historie die Swift heeft op die machtige werpnummers in de atletiek. Veiligheid op en rondom de atletiekbaan vinden wij alle vijf heel belangrijk, we gaan ons zeker houden aan de gestelde regels, dus daarover hoeven jullie geen zorgen te hebben. Wel vooraf onze excuses voor die toenemende aantallen deuken en gaten in de grasmat, helaas is dat onlosmakelijk verbonden aan dat wegsodemieteren van die verschillende maten en gewichten werptuig.
Maar eerst even kort voorstellen! Paul Philips (M50) woont in Tegelen en is ex-tienkamper, sinds één jaar driftig bezig om kogelslingeren en gewichtwerpen onder de knie te krijgen. Momenteel geblesseerd, maar straks weer ongetwijfeld op jacht naar nationale medailles. Frans Klep (M60) woont in Nuenen, werptrainer bij de jeugd van Eindhoven en Helmond. Hij is één van de Nederlandse pioniers op de werpvijfkamp, en getransformeerd van goeie amateur-voetballer naar goeie werpvijfkamper. Henk van Bakel (M55) uit Baarlo was een topper op de springnummers (>2m hoog, >7m ver en >4m met de polsstok), maar nu ook al jarenlang succesvol op de werpvijfkamp. Bij de Senior Games 2009 in Zeeland behaalde Henk 3*goud, op kogel, discus en speer! Jan Titulaer (M60) eveneens uit Baarlo kan maar niet stoppen met atletiek en is ook geleidelijk overgestapt van de tienkamp naar de werpvijfkamp. Peter Holthuijsen (M45) uit Erkelenz behoeft als voormalig lid van Swift eigenlijk geen introductie, hij is bij de Masters een echte topper met hoge noteringen op de wereldranglijsten. Onze trouwe coach Lei (70jr, uit Tegelen) heeft het niet altijd gemakkelijk om onze 200 jaar atletiek-ervaring in het gareel te houden.
Met z’n vijven waren we in 2009 goed voor 7 nationale titels, 4 zilveren en 4 bronzen plakken. Uiteraard willen we dit kunststukje in 2010 voor Swift herhalen, we zullen (en kunnen ook niet anders) ons best doen. Wat hebben jullie een goeie werptrainer (Wim Coenen !!), met hem gaan we zeker werken aan de verbetering van onze persoonlijke records. Wat we daarnaast toch ook wel een beetje hopen, is dat we een paar Swift-leden kunnen besmetten met ons werp-virus. Misschien kunnen we een paar masters uit de winterslaap (!!??) wekken, en als we op wedstrijd gaan willen we graag een paar plaatsjes in de auto reserveren voor de fanatiekere werp(st)ers onder de jeugd. Kom maar op!
We verheugen ons op “af-en-toe-effe-kletsen” met jullie bij de werpkooi of gezellig in de kantine met een kopje koffie, want ook dat zoeken we bij Swift.

woensdag 16 december 2009

Fijne feestdagen

Zo’n weblog, dat leest toch geen mens
Vandaar aan “geen-mens” deze wens
Een voorspoedig en gezond 2010
Maar ook heel sterk sportief gezien

Geregeld zal ik mijn bedenksels noteren
Nooit om wie-dan-ook te beleren
Of ook maar enigszins te krenken
Je moet altijd maar denken
Hij wordt al wat grijzer
Maar zeker niet wijzer

Cynisme met een schaterende lach
Een droom, een wedstrijdverslag
Natuurlijk hoop ik weer te pieken
Met m'n fanatieke atletieken
Er gebeuren van die dagelijkse dingen
Of opduikende jeugdherinneringen
Opschrijven kost wel even tijd
Maar dan ben ik ze ook kwijt

Zo’n blogs aan “geen-mens” toevertrouwen
Die vent die moet van mensen houwen

zondag 13 december 2009

Niet het licht gezien, toch een openbaring!?

Zondag 13 december, het was erg koud in Hückelhoven, het zonnetje meldde zich goedbedoeld heel schuchter, maar het was voor het eerst schraal weer, de winter is begonnen. Ook voor het eerst traden Frans Klep, Peter Holthuijsen en ik onder toeziend oog van onze coach Lei Holthuijsen (hij was wel een beetje te laat) aan voor AV Swift. Peter knalde er in 3 draaien (!!) keurige 39.07m uit, er zit nog steeds progressie in.

Frans en ik dat was weer een verhaal apart, we hadden weer eens teveel ingegooid samen met de jeugd, daarna moesten we te lang wachten, want die kregen 6 pogingen slingeren en ook nog eens 4 pogingen gewichtwerpen (Rasenkraftsport!!). Frans stond lekker te draaien en gooide ruim 35m(!!), bij mij liep het niet maar 42½ zou moeten lukken. Maar ja, van dat wachten worden de “knäök” (botten) stijf en stram, of zou het toch de leeftijd zijn? Want tijdens de wedstrijd bleef Frans steken op 32.44m, en ik was zeker niet tevreden met mijn techniek en 40.24m.

Aansluitend gingen de Rasenkraftsporters nog gewichtwerpen, Peter en Frans hadden geen zin meer, maar ik wilde mijn teleurstelling nog een extra kans geven. Er deed een B-jongen mee (59 meter met slingeren), en als ik die kon pakken!!?? Met de 8-kilo-kogel en die laatste oppepper van Frans kwam er bijna 20 meter (19.98) uit. Het was maar voor spek-en-bonen, toch kon ik nu met een tevreden gevoel naar huis (volgens mij had die B-jongen 18½). Volgende meetpunten zijn 27 december (oefen)werpvijfkamp in Venlo en 31 december Silvesterhammerwurf in Hückelhoven.

Overigens was de eerste training, afgelopen donderdag, bij Swift een openbaring. Het weer was klote, alweer een nieuwe club, waarom moet dat nog op mijn leeftijd, het veld ligt er niet uitnodigend bij, plassen water met afgevallen bladeren erin, het natte gras sopt onder de lage werpschoentjes, mijn witte sokken zuigen gretig het ijskoude water op, niets lijkt vandaag mee te werken. Even de trainer (Wim Coenen) een handje geven, en dan beginnen we maar met kogelstoten. Nou ja handje, Wim is een reus van 2meter, bijna even breed-als-dat-hij-lang is, in ieder geval zijn voor zijn formaat geen trainingspakken beschikbaar. Ik moest eerst nog de kogelring vrijmaken, tot over de rand gevuld met gebruikelijke resten van de voorbije herfststormen, een beetje naar links mikken want de stootsector staat rechts compleet blank! Wim Coenen meldt zich bij de ring en roept met krachtige stem duidelijke aanwijzingen. Hij moet zijn aandacht verdelen met zijn eigen werpgroepje van Swift (’n man of vier), maar zelfs als wij vermoeden dat hij het niet gezien heeft, worden we "betrapt" gecorrigeerd in onze techniek. Ik moet m’n linker schouder hoger houden en bij het uitstoten diezelfde linker schouder hoog houden en blokkeren! Hoog uitstoten, nog hoger! Verdomd, het gaat beter! Mijn twee kompanen (Peter en Henk) zie ik ook wat onwennig reageren op die fris-corrigerende maatregelen op hun decennia-lang vastgeroeste techniek. We gaan discus doen, het net hoeft alleen rechts opgetrokken te worden: “Jullie gooien toch alledrie met rechts!”. Nou, ik dacht dat Peter een perfecte techniek had, maar blijkbaar kan ook dat nog beter. Ook bij mij valt een en ander te corrigeren, maar dat is geen nieuws. Langer wachten, linkerschouder niet naar links en naar beneden trekken, rechtop blijven, recht naar voren stappen, langer achter blijven kijken, rechtervoet niet plat neerzetten (op de voorvoet, want dan kun je sneller je heup indraaien), met links blokkeren etc. etc.. Teveel opmerkingen ?? Nee hoor, Wim weet ze duidelijk, dus één voor één, te doseren. Peter blijkt de aanwijzingen snel te kunnen omzetten en knalt er (onder deze belabberde omstandigheden) ruim 44 meter uit, knap hoor!!
Na de training een korte rondleiding door het krachthonk (te gebruiken wanneer we dat zelf willen), en we gaan naar huis. Bij de EO zie je vaker van die “het-licht-gezien-hebben” op het scherm, in mijn geval was en bleef het een grauwe diep-donkere herfstavond, maar die training was een openbaring. Meteen thuis zoveel mogelijk donderdag-avonden strepen, als ik volgend jaar 13m kogel en 40m discus wil gooien moet ik gaan trainen in Roermond. Ik hoop dat Wim niet wanhopig van me wordt!

maandag 7 december 2009

Ontslagen van verdere vervolging

Alle oudere mannen krijgen daar last van, als je vroeger voor een hek stond, piesten we er met gemak overheen, en ooh jee die uitdaging als er een vlieg op zat. Nu moet je er op kletter-afstand vandaan gaan staan, liefst een beetje wijdbeens en de punten van je schoenen naar buiten draaien, anders spetteren die vol. Bij mij is het nu dan ook zover, vorig jaar reed geregeld een jongere vent (je mag geen medische geheimen verklappen dus zal ik z’n naam niet noemen) met me mee, en daar moest ik geregeld voor de berm in: “Ik moet piesen, ik hou het niet meer”. Al gauw kwam het gesprek over “problemen met de prostaat”, en thuis dacht ik potdomme een aantal dingen herken ik.
Weliswaar moesten we “van het werk” geregeld de PSA-waarde laten meten, en daar had ik na mijn VUT maar een jaarlijks uitstapje van gemaakt. Niks mis mee, zover was alles onder controle. Maar wel dat ik wat vaker moest, en dan dat vervelende gevoel dat niet alles uitgepiest werd. Slingeren en zachtjes leegknijpen baten daarbij echt niet meer. Dan toch maar naar de huisarts, nou zeg, laat je broek maar even zakken en ga maar even gebukt staan tegen die hagelwitte tafel waar je normaal op moet gaan liggen. Intussen trekt zij (ja ook dat nog) een plastic handschoen aan, laat mij trots haar langste vinger zien en steekt die vervolgens “in mien kônt”. “Hmm, toch wel wat vergroot, ik verwijs je door naar de uroloog”.
Nou zal ik jullie niet alle details toevertrouwen, maar je gaat je tijdens zo’n onderzoek wel in toenemende mate een ouwe zak voelen. Moet je s’morgens eerst goed drinken en dan mag je niet meer naar het toilet, ik kan je vertellen, met versleten sanitaire leidingen is dat erg vervelend, want knijpen helpt immers al lang niet meer. Eindelijk mag je dan in een trechtertje plassen “om de druk van de straal te meten”. Ik ga wat uitgestrekt op m’n tenen staan, dan valt die straal wat dieper, waardoor je misschien wat meer druk krijgt (ja, je blijft tenslotte een man). En dan dat endoscopisch onderzoek, ik had vrouwen wel eens zien hangen in die stijgbeugels, maar als je daar zelf zo fragiel ligt. “Nog een beetje naar voren schuiven”, zegt een niet onaardige verpleegkundige, “nog een beetje . . . goed zo!”. Ik zie zo’n zwarte kabel liggen en vraag een beetje benauwd:”Moet die er helemaal in?”. “Nou dat valt reuze mee, hij gaat er soepeltjes in!”, zwijmelt ze me met zwoele stem toe. “Ja, bij jou misschien, als je plaats hebt voor wel tien van die dingen!”. Het gezicht van die sexbom trekt wit weg als dat van een ouwe vrijster, en de uroloog doet verder zijn werk. "Het ziet er goed uit", mompelt hij, wel een beetje vergroot, maar met één pilletje Tamsulosine per dag (kan gelukkig oraal) ontspant zich dat gedoetje daar beneden.
Vanmorgen moest ik dan na een half jaar terugkomen op controle en vertel trots aan de uroloog dat het wat beter gaat. Ik ga s’nachts wel “zitten” op het toilet:”Dat ontspant wat meer en zorgt dat in het donker ook de omgeving schoon blijft”. De man kijkt me aan en zegt dat ik niet meer hoef terug te komen. Voorzichtig vertrouw ik hem toe dat ik wel elk jaar de PSA-waarde laat meten. Dat had ik beter achterwege kunnen laten. Want (ook hierin) zijn de artsen het (nog steeds) niet eens of dat wel enig nut heeft. De ene helft betwijfelt het nut dat de andere helft toch wel ziet als een indicatie dat er iets mis is. Maar ja, als mensen (hij bedoelt natuurlijk mannen) er naar vragen, dan laat hij die test wel doen. Nou, ik heb wel genoeg gehoord en sta al met de deurklink in de hand, want aan zo’n verhaal heb je natuurlijk helemaal niets, geen klote om in de sfeer te blijven.

Maar als moraal aan die mannen die gaan twijfelen bij het lezen van deze blog: “Laat je toch maar even met die vinger in je . . . . “. Want mijn zwager die heeft veel te lang gewacht en die loopt nu met een katheder en zo’n plastic zakje.

De secretaresse van de uroloog lacht me toe en verwacht een vervolgafspraak te maken: “Nee hoor, ik ben ontslagen van verdere vervolging . . . . ”.