dinsdag 9 augustus 2011

Meer verstand van verzekeren

Afgelopen zondag 7 augustus was een baanwedstrijd in Turnhout. Het is een stukje rijden, maar zeker voor ons werpers heb je dan ook wat. Altijd perfect georganiseerd, goeie jury, goedlopende wedstrijd omdat die Belgen werken met bordjes en natuurlijk zes pogingen. De sectoren liggen er keurig bij en er wordt in oplopende volgorde van opgegeven afstand geworpen. Beter kan het niet, we proberen dat vaker in eigen land uit te leggen op die plekken waar het niet goed loopt. Voor de omstandigheden zou je eigenlijk alleen nog wedstrijden in België en Duitsland moeten doen, maar ja, je wil je geliefde handwerk zo graag in eigen land promoten. Maar zo langzamerhand word je van dat aanpolderen met die verzekeringsagenten toch wel ontzettend moe.

Maar het was dus een leuk wedstrijdje met de dames erbij, gezellig samen op ’n rijtje dichtbij de werpkooi, allemaal in onze zelf meegenomen stoeltjes. Broodje op de vuist, een koelbox met lekkers en het weer werkte niet eens tegen. Met kogelstoten probeer ik op te letten wat Wim ons geleerd heeft en Jan wijst er nog eens op ‘je moet je been verder onder je trekken’. Natuurlijk heeft hij gelijk, maar ja, het lijf wil niet meer. Mijn slechte knie, het gemis aan dat stukje looptraining, we worden wat stijver en wat trager. Ik loop even naar Frans, die aan de zijkant een sigaretje staat te paffen. ‘Snap er niks meer van Frans, maar ik stoot geen 12 meter meer, waar ligt dat toch aan?’. Frans trekt eens stevig aan zijn peuk, kijkt me aan met een blik van ‘kan ik hem dat wel zeggen?’, trapt zijn peuk uit en mompelt onder het weglopen ‘een paar jaar geleje waarde geij nog wat fanatieker!’. Dus daar ligt dat aan? Ik ga op zoek naar mijn meest fanatieke instelling en stap de ring in, vergeet even alles wat er van mijn oude lijf aan technische hoogstandjes verwacht wordt en ‘boeoeoeff’. Met al dat samengeraapte fanatisme duw ik dat ding zover mogelijk van me af. ‘Elf meter negentig’ zegt de jury. ‘Dank je wel’, zeg ik tegen Frans die even z’n neus optrekt alsof hij wil zeggen ‘dat wist ik ook wel’. Zijn vrouw spreekt hem even later vermanend toe, ik kan in het voorbijgaan nog net opvangen ‘waarom weet jij dat wel altijd bij anderen, maar niet bij je zelf’. Een keigoeie vent die Frans.

Van de week hadden we de kleindochter op bezoek. Ze had al zo vaak gevraagd om een keer met me te gaan kogelslingeren. Ik had via Frans bij de bekende ijzerboer in Brabant een kogeltje van drie kilo op de kop getikt, en trots wees ik haar op die prachtig glimmende nieuwe aanwinst tegen de garagemuur. ‘Ooh opa, gaon we noow slingere . . . ‘, en even later sta ik haar in te wijden in de geheimen van het kogelslingeren, zeg nu zelf, wie kan dat beter dan ik. Eerst goed staan, voetjes langs elkaar, rug recht, losjes in de knieën, en die kogel meteen in de ‘draai’ pakken. Alsof ze nooit anders gedaan heeft laat ze kogel prachtig rondzingen en roept ongeduldig ‘nu loslaten opa?’. Nee nee, want eerst zorgen dat ze de armpjes goed gestrekt houdt. Eventjes ontspannen en ritmisch wandelen met die draaiende kogel en natuurlijk die moeilijke eerste draai doornemen. Zo van bij de draai ingaan op je linker hak gaan staan om vervolgens met de rechter voorvoet in te zetten. Wachten, kogel laten lopen, wachten en dan snel bijstappen. Potverdomme, ze doet het ook nog, alleen om het allemaal tegelijk te doen wil nog even niet lukken. Ze weet niet meer van ophouden en gooit met het allergrootste gemak met haar 9 jaar dat ding 20 meter weg. Knap hoe die kinderen dat oppakken wat bij ons absoluut niet meer lukt.

Een paar dagen eerder waren we op bezoek bij een zeer sympathieke oude sportmaat en zijn vrouw van Eindhoven Atletiek. Komende maand wordt hij tachtig, en hij is de enige echte pionier van de werpvijfkamp in Nederland. Zo’n kleine twintig jaar geleden organiseerde hij hier de allereerste werpvijfkamp. Om dat mogelijk te maken moest hij wel uit eigen zak een complete set werpgewichten uit Amerika laten overkomen. Jarenlang hebben we samen in binnen- en buitenland zo’n beetje alle werpvijfkampen bezocht. Maar na twee nieuwe heupen lukt het allemaal niet meer zo goed. Hij traint nog wel een paar keer per week en neemt dan steeds alle vijf de onderdelen nog even stevig door. ‘Lekker in m’n uppie trainen vind ik het allerleukste Jan, met wedstrijd lopen ze allemaal om me heen te zeuren van ‘je-moet-dit-zus-en-je-moet-dat-zo’, maar dat lukt allemaal niet meer’. We hebben verder een zeer boeiend gesprek over het wel en wee van onze atletiek. Groot respect wat die man aan wijsheid heeft vergaard en een schat aan ervaring heeft. Buiten ons tweeën ken ik vanaf nu niemand die zo breed is geïnformeerd over atletiek. Ja, d’r zijn er genoeg die verstand hebben van verzekeren, maar . . .

Twee dagen na zijn verjaardag zijn heeft hij clubkampioenschappen en hij zou dan heel graag in alle stilte op zijn eigen terrein een aanval willen doen op het Nederlands record werpvijfkamp M80. Maar zijn club vindt dat het niet kan, het is allemaal te breed of te smal, past niet in het schema, geen juryleden etc.etc.. Potverdomme denk ik dan, zo’n man die alles voor de club gedaan heeft, altijd een echte topper is geweest en nu ontzeggen ze hem dit. Als een kwajongen weggezet! Stelletje klojo’s, ik ga een clubje juryleden verzamelen en hem zijn droom laten uitkomen, misschien met achteraf nog een klein feestje. Nee Jan, hoor ik een stemmetje zeggen, niet doen, niet mee bemoeien, straks krijg jij weer de deksel op de neus van die verzekeringspiefen.

Zo lig ik wat voor me uit te mijmeren over die afgelopen dagen. Het wordt ook tijd voor mezelf om de balans op te maken. Is er echt iemand die meer weet van atletiek dan ik? Waarom laat ik me dan zo vaak overdonderen door die verzekeringsagenten? Iedereen weet het altijd beter, maar ze maken er wel steeds meer een zootje van. Ja, ik ben eruit. Net zoals m’n oude sportmaat. Lekker blijven trainen op m’n eigen veldje bij Scheuten Glas en dan af en toe een wedstrijdje in België of in Pruusses. Lekker in mijn uppie genieten. Ik ga mijn atletiek memoires schrijven, een ode brengen aan al die prachtige mensen die ik de afgelopen 54 jaar heb mogen leren kennen.

En die verzekeraars, och laat ze maar, die hebben alleen verstand van . . . . . .

Geen opmerkingen: