dinsdag 1 juli 2014

Brugstraat in Blerick

Luchtfoto

Tot het midden van de 19de eeuw ging de Antoniuslaan, vanuit het centrum van Blerick komend, over in de latere Horsterweg. Ter hoogte van het Fort Sint-Michiel boog de doorgaande weg af richting Maas en eindigde bij het veerhuis de Staay. Hier verbond een zogenaamde vliegende brug de Blerickse kant met de Venlose kant. Twee aan elkaar verbonden schepen, met daarover heen een groot vast houten dek, diende als veerpont. Met een lange kabel was het veerpont verankerd met de Weerd, toen een eilandje in de Maas. Door het veer te ‘richten’ op de stroming van de Maas werden geluidloos personen en goederen overgezet. Langs de Maasoever aan de Blerickse kant liep het jaagpad, waarlangs ‘man en paard’ de schepen voort trokken. Veerhuis en herberg de Staay was op die manier een heel belangrijk logistiek kruispunt met een florerende horeca-activiteit.

De opening van de spoorbrug op 1 oktober 1866 bracht hier verandering in. De Antoniuslaan stopte nu bruut bij de nieuwe spoorwegovergang. De Maasscheepvaart verloor zijn betekenis door het snellere vervoer per spoor. De Staay deelde in deze teloorgang en kwijnde verder weg als betekenisloze veeboerderij. Naast de spoorbrug aan de noordzijde lag een verkeersbrug. Het kleine strookje land achter de spoorwegovergang en de beide Maasbruggen nam de taken van de Staay over, en werd de Brugstraat gedoopt.

NVC8In 1870 werd ook een begin gemaakt met de sloop van het Fort Sint-Michiel. En gelukkig, zoals we nu weten, zijn ze niet ver beneden het maaiveld maar gestopt met afbreken. In zijn volle glorie doemt het weer nu op! Zo’n 40 jaar later werd vanaf 1910 op dezelfde locatie de nieuwe Infanterie Kazerne Venlo, de latere Frederik Hendrikkazerne gebouwd. De ‘piotten’ brachten meer activiteit en reuring in Blerick, en moesten aan deze kant van de Maas gehouden worden. De Brugstraat ontwikkelde zich tot een klein pareltje aan de Maas met drie café-restaurants, een garage, een kapper, een kiosk en een militair tehuis. De Tweede Wereldoorlog maakte de Brugstraat door zijn kritieke ligging tot een belangrijk en gewild mikpunt. Na de samenvoeging van Blerick bij Venlo in het eerste oorlogsjaar werd de Brugstraat omgedoopt in Frederik Hendrikstraat. Alle identieke straatnamen in Blerick ten opzichte van die-van-Venlo ondergingen hetzelfde lot, het zal ongetwijfeld geleid hebben tot verdere polarisatie tussen die van deze en de andere kant van de brug. Een niet slimme zet van het Venlose gemeentebestuur, maar ja, terugkijkend hebben ze er niet veel van geleerd! Ook deze Frederik Hendrikstraat is inmiddels verdwenen en heeft zijn naam doorgegeven aan een straat met minder allure binnen het uitbreidingsplan de Vossener.

Op zoek naar meer details van de Brugstraat via het internet liep ik al snel vast. Er is niet veel over te vinden, net zoals trouwens over de Staay. Daarom een eerste poging om een beeld te schetsen van de Brugstraat van vlak vóór de Tweede Wereldoorlog. Op Facebook-pagina ‘Bliërick vruueger en noow’ zijn een aantal foto’s te vinden en de kranteknipsels zijn opgezocht via http://kranten.delpher.nl/.

Met de fiets naar Venlo

AntBrugMet vier losse centen in de broekzak fiets ik over de Antoniuslaan, aan de rechterkant ligt de imposante villa Arthur van de familie Steegh. De spoorwegman komt naar buiten en draait net voor mijn neus de slagbomen naar beneden. Nou, dat heb ik weer, de baklucht van de Blerick’s wafels en friturenkraam streelt mijn neus. Een aanzwellend ‘tsjoeketjoek’, achtervolgd door het gekniers, ‘kling-kleng’ en gedonder van zware kolenwagens over de Maasbrug kondigen de imposante lokomotief aan. Stoom en stank ontnemen het zicht en de baklucht van de friteskraam. Gelijk met het passeren van de laatste wagon draait de spoorman de zware slagbomen omhoog. Hij zwaait, ten teken dat we kunnen oversteken. Met de fiets in de hand loop ik het huisje van de familie Amendt voorbij, en voor me doemen de statige panden van de Brugstraat op. We laten ze even de revue passeren, vergeef me de vele details. Maar ze bieden houvast bij (eventueel) verder onderzoek.

NVC3Het eerste is het café-restaurant van Peter Hubert Sijmons. In Blerick noemden ze hem Piet van Brooker Kuëp, hij was één van de oprichters van de Flarussen en kon erg goed zingen. Eigenlijk was hij handelsreiziger, geboren 24 september 1887 in Blerick, overleden 19 december 1946 in Blerick. Piet was 20 november 1924 getrouwd met de in Krefeld geboren Johanna Katharina Porps, en heeft het pand overgenomen van de weduwe Penninx-Gubbels, die daarna ging wonen op de Nieuwborgstraat 13. Martinus Arnoldus Penninx, geboren Venlo , overleden Venlo 5 mei 1931, was 16 augustus 1921 in Venlo getrouwd met Anna Gertruda Gubbels. Hij was de zoon van Johan Penninx en Antonia van de Vranden. Martin was eerder getrouwd in Venlo 24 juni 1907 met Anna Wilhelmina Margaretha Pennartz, maar weer gescheiden op 25 september 1919. Maar een nog eerdere eigenaar schijnt ene Michaël Antonius Pigmans te zijn, geboren ca.1879 Tilburg, overleden 18.12.1923 Blerick. Hij was in Wijchen 1905 getrouwd met Johanna Cornelia van der Heijden.

NVC2Het tweede pand was café-restaurant de Beurs van Peter Paul Margraf en Dorothea Jacoba Poell, zij waren in Venlo getrouwd op 2 december 1921. Waarschijnlijk heette het pand eerst café-restaurant Sint Michel. Peter Paul, geboren in Roosteren op 29 jun 1884, spoorwegarbeider, is overleden in Venlo op 25 mrt 1944. Ze hadden slechts één dochter, Josephina Hubertina (Fientje) Margraf, geboren Venlo op 25 februari 1923, overleden Venlo op 15 februari 2008.

Zij is getrouwd in Venlo op 16 september 1945 met Frans van Gerven, geboren Maasbree op 12 oktober 1919, overleden Venlo op 13 april 1999. Zij beginnen een café een stukje verderop in de Fort Sint-Michielstraat, tegenover het station.Maasbrug3

KopBrug

Brugstraat4

NVC4Daarnaast op huisnummer 4 ligt het hotel-café-restaurant van de weduwe van Bert Ewalds. Op de gevel zien we staan Blariacus Keller met de toevoegingen: Tramhalte – Station voor wielrijders –Vergunning. Hubertus Jacobus Ewalds, geboren Blerick 1 november 1887, was geschoolde bankwerker, z.v. Jacobus Ewalds en Joanna Janssen. Hij trouwde 10 mei 1917 Maasbree met Bernardina Maria Hubertina Brands, geboren Venlo juni 1891, overleden Horst 28 mei 1976, dochter van Antonius Brands, remmer bij het spoor, en Francisca Elisabeth Smits. Bij hun drie-etages hoge etablissement hoorde ook nog het ernaast gelegen gelijkvloerse Paviljoen.

NVC7Vervolgens treffen we aan de Roode Pomp van garage Halmans. De eigenaar hiervan was ‘koopman’ Peter Johann Halmans (geboren Weeze ca.1870, overleden Venlo 20 september 1941), getrouwd met Aleida Huberta Jenneskens (geboren Oostrum 16 oktober 1870, overleden in het klooster van Heel 3 februari 1947). Het was in die tijd blijkbaar moeilijk om goed personeel te vinden, want regelmatig staan er personeelsadvertenties in de Nieuwe Venlosche Courant. Behalve verkoop van en het sleutelen aan automobielen, hield de garage zich bezig met gasinstallaties, verkoop van pendules etc..

NVC1Naast de garage ligt een wat smaller pand van kapper Simais. In welk tijdvak de dames- en heren-coiffeur daar heeft geknipt, weet ik niet. Maar 4 februari 1942 vraagt ene H.Schoenmaekers een flinke kappersleerling. Hij hanteert overigens nog steeds de oude adres-aanduiding Brugstraat 5, en niet Frederik Hendrikstraat!!

Het zesde en laatste pand vervult de functie van Tehuis voor Militairen. Zo vonden de overgebleven piotten, die of geheelonthouders waren, of niet konden kiezen tussen één van de drie café’s een laatste strohalm vóór de Maasbrug.

Brugstraat1

Brugstraat6Overweg Blerick

Vóór dimagee deur van het Tehuis voor Militairen werd 15 september 1925 een kiosk geopend met de uitnodigende tekst Tabak, Sigaren en Sigaretten.

2centMaar ja, ik was op weg naar de brug. Nu maar hopen dat brugwachter Glaudemans er niet is, dan kan ik voor niks de brug over. Want fietsers moeten 2 cent betalen om de brug over te mogen. Hij staat net te praten met de chauffeur van een chique automobiel. Alsof ‘mijn-neus-bloedt’ is fiets ik stiekem voorbij, maar nee hoor. ‘Haej, snôtjongk, kôm truuk, de môs betale’. En even later hobbel ik met de fiets over de losse planken van de brug, tussen de spleten door zie ik wat angstig het water van de Maas. Toch wel eng, en ik zet een spurtje in om snel de overkant te bereiken.

Maar wat was die Brugstraat prachtig, een pareltje in de Blerickse historie.

Het zou een decor waardig zijn voor een toekomstige revue.

2 opmerkingen: