maandag 22 december 2014

Familie Tueteler, een zijtak in Maastricht

Tussen 1507 en 1766 woonde er een familie Tueteler / Tutelers in het Jekerkwartier van Maastricht. We hebben ons best gedaan, maar ook van deze tak geen herleiding naar de oorsprong van onze familie. Helaas is deze familie uitgestorven, waardoor in feite niemand meer geïnteresseerd blijkt. Maar natuurlijk pikken we dat niet, ook zij verdienen een plekje in de boomgaard! Vandaar dat ik een en ander voor jullie op een rijtje heb gezet. Met een inkijk in het looiersambacht, een heuse roofmoord en een vette knipoog naar André Rieu.

Aernt Tueteler uit de Looierstraat

leerlooierWe beginnen op 15 juli 1507, een aantal kooplieden uit Maastricht bezochten de jaarmarkt van Bergen op Zoom. Het waren de bevrachters en tevens eigenaren Aernt Tueteler, Nijs Rueseler en Aernt, broeder van Maastricht. Ook de hoeveelheid en soort goederen zijn bekend. Op twee wagens van Lens Calfs van Maastricht liggen 10 dakeren[1]. Op de wagen van Lyes van Vletingken[2] liggen 19 dakeren min twee vellen ‘al ruyntshuyden’. Deze Aernt Tueteler was leerlooier van beroep en woonde in het Jekerkwartier aan de rand van de stad Maastricht. Belangrijke ‘leurders’ in die tijd kwamen o.a. uit de families van Vleeck en van Daelem. De volgende interessante tekst komt uit ‘De Navorscher’ van 1935 en handelt over leerlooier Houb van Vleeck. Het leert ons o.a. dat er in de eerste helft van de zestiende eeuw twee Tuetelers in de Grote Looierstraat woonden, Aernt en Lieben[3].

Houb van Vleeck was reeds in 1527 meerderjarig. Evenals zijn voorouders oefende hij het beroep van looier uit. Hij liet een huwelijkscontract opmaken voor notaris Papenkelen, waarnemend pastoor van de Sint Matthiaskerk te Maastricht. Hij wordt samen met zijn grootvader, de acte zegt foutief vader, Houb van Vleeck ‘den olden’ genoemd. Hij is in het bezit van een rente op het huis ‘den Eynhorn’, gelegen tusschen ‘Het Swaert’ en ‘de Peereboom’, welke rente zijn grootvader was aangekomen na het overlijden van Katherina van Rey. Hij woonde in de Grote Looierstraat waar hij en zijn vrouw Baetze (Beatrix) 21 Maart 1534 een half huis verkopen waarvan hij reeds in 1533 als eigenaar voorkomt. Ook worden genoemd Peter van Vleeck en Jan van Breede in verband met de aflossing van een rente op een huis in de Looierstraat, gelegen tusschen Houb van Vleeck en Arnt Tueteler[4]. Hij verkoopt dit half huis aan Henrich Smeits alias Symons, die het echter weer de 28-ste maart 1534 aan Houb van Vleeck terug verkoopt. Deze verkoopt het echter weer dezelfde dag aan Lieben Tuteleirs en deze doet het huis wederom van de hand den 13-de september 1553 aan Servaas Coymans. Peter van Vleeck, Houb's broeder verklaart dezelfde dag de aflossing van een rente op dit half huis te ontvangen. Houb was echter ook nog eigenaar van een ander pand in die straat, want 28 september 1559 verzoekt de weduwe aan de Weeskamer om aan Peter Vastarts te mogen verkopen een huis in de Leurestraat (Looierstraat) gelegen tussen Jan Symons en Arnt Tuteleers voor ‘Brabantsche guldens’. Hij had dit huis gekocht 12 maart 1543 van Lenaert van Daelhem die maakte op den 29-ste mei 1543 een overeenkomst betreffende een geplaveide weg bij dit huis.

Maria Tuetelers erfgename van de Torentjes

imageEen volgend zeer interessant feit doet zich voor in 1541, de kanunnik Nicolas Beyssel laat via testament zijn huis de Torentjes in Maastricht na aan zijn dienstmaagd Maria Tuetelers en haar (zijn) kinderen Nicolaus en Hector. Huis de Torentjes ligt op de oostflank van de Sint Pietersberg in het vroegere dorpje Sint Pieter, momenteel een wijk in de gemeente Maastricht. De kinderen worden ‘weeskinderen’ genoemd, maar het testament doet vermoeden dat het zijn kinderen waren. Nicolas Beyssel was doctor in de medicijnen, afkomstig uit een vermogend Akens geslacht en verkreeg in 1491 de prebende (jaarlijks inkomen van een geestelijke) van zijn oom Jodocus Beyssel. Meester Claes Beyssel koopt het huis de Torentjes op 17 mei 1525 voor de prijs van 185 gulden. Gezien het jaartal 1526 boven het toegangspoortje en op verschillende schoorsteenmantels, heeft hij het een en ander aan het huis laten veranderen. Nicolaas Beyssel (zie familiewapen hieronder) was in 1530 en 1536 schepen van Sint Pieter. Hij overleed 27 september 1541, en op 26 augustus 1541 had hij nog zijn gouden jubileum als kanunnik gevierd. Hij werd begraven volgens zijn laatste wil ‘versus ... suam domum’ ( het portaal dat hij dagelijks betrad) in de Sint Servaaskerk, waar zijn grafsteen te zien is bij de voormalige zuidelijke ingang. Op 11 en 12 september 1541 maakte hij in het latijn zijn testament, Dr.van Zijl[5] heeft het voor mij vertaald. We lezen klip en klaar:

Beijsseldet‘Bovendien legateert hij aan Maria, zijn dienstmaagd, en zijn kinderen, wegens de diensten aan hem testateur bewezen, en louter als aalmoes voor het onderhoud en de opvoeding van genoemde kinderen en wezen, zijn huis, staande in de vrijheid van Sint Pieter bij voornoemde stad Maastricht, door de testateur zelf met zijn eigen geld gekocht, met al zijn tuinen, bijbehoren en toebehoren, en drie of vier roeden land, mede aldaar gelegen en door testateur verworven.’

‘Bovendien legateerde hij en schonk louter als aalmoes aan Nicolaus en Hector, kinderen van voornoemde Maria, zijn dienstmaagd, al zijn boeken en kleren, gelijkelijk te verdelen.’

Het aanhouden van zo’n groot huis als alleenstaande moeder met twee kinderen valt niet mee. In 1543 verkocht onze Maria Tuetelers haar huis aan Reijnart Spreuwart, gehuwd met Maria van Buel. Een aardig detail, het huis de Torentjes wordt momenteel bewoond door André Rieu en zijn familie.

Roofmoord op kanunnik Arnoldus Tuteler

imageOp 23 juni 1570 werd ene Arnoldus Tutelers benoemd tot kanunnik[6] van het kapittel Onze Lieve Vrouw van Maastricht. Het kerkelijke leven raakte in zijn eerstvolgende jaren als kanunnik ontredderd door het oorlogsgeweld tussen de koning van Spanje en zijn opstandige onderdanen in de Nederlanden. Ook het kapittel van Onze Lieve Vrouw ondervond hiervan de nadelen. Uit angst voor de Staatse troepen van Willem van Oranje zochten de kanunniken hun toevlucht naar de ‘neutrale’ stad Luik. Eind 1578 waren nog slechts zes kanunniken in Maastricht aanwezig: Ulrich van Scharn (vice-deken), Jacob Jamsin (cantor[7]), Koenraad van Gaveren, Peter Georgii, Gerard van Meer en Aerdt Tuteler. Zij beschuldigden hun uitgeweken confraters van lafheid. Bij een algehele uittocht van de kanunniken zou de Onze Lieve Vrouwekerk immers reeds lang getransformeerd zijn tot ´geussen tempel´ en ´gansselijcken geruineert´ zijn, Arnoldus Tuteler kende blijkbaar geen angst. Dit gold zeker wel voor proost Arnold III van Merode, die veilig in Luik verbleef en zijn riante woning ter beschikking stelde als bewaarplaats voor de kostbaarheden van het kapittel. Na de verovering van de stad Maastricht door de Spanjaarden onder bevel van Parma in 1579 kwam er een ‘onzekere’ vrede, waarbij ook het kerkelijk leven zich voorzichtig herstelde.

imageInterficitur a grassatoribus dominus Arnoldus Tuteler 17 Julii 1586’: Roofmoord door een nachtelijke onverlaat op de heer Arnoldus Tuteler[8] 17 juli 1586. Een eenvoudige mededeling voor een verschrikkelijk voorval, een bewijs temeer dat vreedzame levens-omstandigheden nog niet waren gerealiseerd. Verdere details ontbreken helaas in het archief van het kapittel Onze Lieve Vrouw.

Ook economisch was er sprake van een malaise, die overigens ook proost Arnold III trof, van 1578 tot 1585 ontving hij niet zijn jaarlijkse inkomen van vijftig gulden van het kapittel . Maar hij zat blijkbaar goed in de slappe was, zoals bleek bij de openbare verkoop van het claustrale[9] huis van Arnold Tuteler in 1586. Proost Arnold III was de hoogstbiedende van het huis met een tuin, waarin vroeger de bakkerij van het kapittel was. Waarschijnlijk lag het huis ergens tussen de Stokstraat en de stadsmuur, zie voorgaande plattegrond. De proost zal het waarschijnlijk gebruikt hebben als een onderkomen, bij zijn bezoeken aan Maastricht.

De familie Tueteler in Maastricht

Het eerste gegeven dat we kunnen lezen uit de parochie-registers van Maastricht dateert uit 1584. Arnoldus Tuetelers en Catharina NN laten in de Sint Catharinakerk[10] Maastricht de volgende kinderen dopen:

  1. Barbara, ged.13.05.1584 (get. Joannes Aelbers, Ge.Tuetelers)
  2. Ida, ged.27.05.1586 (get. Johannes Bruels, Aleyd op den Poel)

Verder nog een paar ‘losse’ details:

  • Joannes Tuetelers trouwt 01.02.1587 Nicolaasparochie[11] met Maria Symens (get.Arnoldus Daems, ??)
  • Anna Tutelers trouwt 04.05.1600 Catharinaparochie met Joannes Koeten (get.Lambertus Offermans, Lambertus Tutelers, Martinus Tutelers)
  • Margarite Tuteleers, ovl.07.01.1618 Jacobparochie
  • Margarita Tutelers, ovl.02.06.1633 Nicolaasparochie, obiit peste (aan de pest overleden)
  • Maria Tutelers trouwt 01.02.1678 Catharinaparochie met Matthias Jentis (get.Joannes Tossanus Cousin, Catharina Jentis); weduwe Maria is ovl.17.12.1720 (in de Nicolaaskerk begr.)
  • Deodatus Tutelaire, uit de St.Thomasparochie Luik, trouwt 11.04.1741 in de Jacobkerk met Maria Josepha Dorothea Lahaye.

imageOp 22 juni 1606 trouwt ene Lemmen Tuetelers met Margaretha van Daelem in de Sint Nicolaaskerk. Hij was meester van het looiersambacht en zijn oudste zoon Mathis ontvangt 10 september 1635 het ambacht uit handen van zijn vader[12]:

‘Op huijden den 10 7bris Anno1635 meijsteren Gerit van Daelem, Peter Perkens moo(lenersteren), Jan Roesen heeft Mathis Tuetelars soene van Lambrecht Tuetelars ons Ambacht ondtffangen ende den Behoerlicken Eydt gedaen ende alle gerechticheydt betaldt den vinner is betaeldt Jan Rose, gemal.’

Vele Teutelers beoefenden het ambacht van leerlooier zoals blijkt uit de lijst hieronder van 16 september 1610. We lezen de namen van Aert, Merten, Ida, tweemaal Dirick en Vaes Teutelers.

Mathis, de zoon van eerdergenoemde Lemmen, was getrouwd met Gertrudis en overleden 9 juni 1654. Hij wordt begraven in de Sint Nicolaaskerk, zijn zoon Lambertus trouwt 27 januari 1674 met Joanna Canisius (de Hont). Zij krijgen zes kinderen waaronder twee zoons Mathias en Lambert. Het is niet bekend of zij getrouwd zijn en eventueel stamhouders in de mannelijke lijn hebben voortgebracht. Alweer loopt een spoor dood van de familie Tueteler, nu in Maastricht . . . . .

image

Inkijk in de Grote Looierstraat van Maastricht. In de kelders van diverse panden aan de Kleine en de Grote Looiersstraat bevinden zich nog grote rechthoekige bakken, waarin de huiden gelooid werden.

De volledige stamboom

07.100 Tueteler, Lambertus; Geboren ca.1580; Lambrecht of Lemmen was meester van het looiersambacht in Maastricht, zijn zoon Mathis ontvangt 10.09.1635 het ambacht van z’n vader. Zie RAL – Maastrichtse ambachten en ambachtsbeurzen (VII – 210 – blz.48 en 203). Hij trouwde 22.06.1606 (get.Barbara Tuteleers, zijn moeder en Matthias van Daelhem, haar vader) in de St.Nicolaaskerk van Maastricht met Margaretha van Daelem, acht kinderen werden in Maastricht geboren:

  1. Barbara (08.100), geb.25.01.1608 (get.Matthi Daelem, Barbara Tuteleers).
  2. Matthias (08.101), geb.14.01.1609 (get.Mart.v.Geerdingen, Marg.v.Daelem). Hij overleed 09.06.1654 te Maastricht en is in de kerk begraven.
  3. Barbara (08.102), geb.15.03.1612 (get.Egid.v.Geerdinghe, Cath.v.Geerdinghe).
  4. Helweg (Helvigis, Helena 08.103), geb.12.12.1613 (get.Ant.Clootz, Elis.Wijnantz). Zij trouwde 23.11.1652 Martinusparochie in Maastricht met weduwnaar Cornelis Jeckermans (+ vóór 1689, eerder getrouwd met Maria van Valkenborg), ze overleed 06.12.1690 in Maastricht en is in de Martinuskerk begraven. Cornelis Jeckermans was bakker te Maastricht en verhuurde ‘de IJseren Hant’ te Wijck.
  5. Maria (08.104), geb.29.04.1615 (get.Godefr.Smitsmans, Cath.v.Tongeren) en overleden 04.10.1691(in de Nicolaaskerk begr.).
  6. Servatius (08.105), geb.25.05.1617 (get.Joh. en Hel.v.Daelem).
  7. Henricus (08.106), geb.17.04.1619 (get.Arn.Daemen, Elis.v.Daelem).
  8. Lambert (08.107), geb.19.10.1621 (get.Joh.Tuneers, Agnes Meys), overleden 16.06.1673.

08.101 Tueteler, Matthias (z.v. 07.100); Geboren in Maastricht 14.01.1609, aldaar overleden 09.06.1654 en begraven in de St.Nicolaaskerk. Matthias was looier ven beroep, trouwde met Gertrud NN en de volgende vijf kinderen geboren (alle vermelde data vinden in Maastricht plaats):

  1. Lambertus (09.100), geboren 19.11.1649 (get.Ger.v.Daelem, Helena Tuetelers), overleden 09.08.1686. Hij trouwde 27.01.1674 met Joanne de Hont (Canisius).
  2. Agnes (09.101), geboren 17.10.1650 (get.Joh.Vickers per Joh.Scrijvers, Barbara Tonna).
  3. Margarita (09.102), geboren 05.03.1652 (get.Petrus Peerkens, Cath.Stummels per Cath.Tuetelers), overleden 21.03.1700 (in de Nicolaaskerk begr.). Zij trouwde tweemaal, 1ste keer 18.10.1679 met Arnoldus Sauvenier en de 2de keer 10.04.1684 met Tilmannus van Geleen.
  4. Adam (09.103), geboren 07.05.1653 (get.Lamb.Tuetelers noe Ad.Stummels, Helena Tuetelers).
  5. Helena (09.104), geboren 12.05.1654 (get.Lamb.Tuetelers, Barbara Tonnart).

09.100 Tueteler, Lambertus (z.v. 08.101); Geboren 19.11.1649, overleden 09.08.1686 (in de kerk begr.). Hij trouwt 27.01.1674 in de St.Nicolaaskerk van Maastricht met Joanna de Hont (Canisius), zij overlijdt 30.01.1674 in Maastricht. Ze krijgen zes kinderen, beginnend met een tweeling (alle vermelde data vinden in Maastricht plaats):

  1. (Anna) Maria (10.100), geboren 19.09.1674 (get.Petrus Defraine, Margaretha Tuetelers), overleden 19.12.1746. Zij trouwt 12.10.1698 met Joannes Surnimon (Surnemont + vóór 1746).
  2. en Gertrud (10.101), eveneens geboren 19.09.1674 (get.Jois Renaer, Barbara v.Daelem), overleden 28.12.1744 (in templo recollect).
  3. Mathias (10.102), geboren 28.07.1676 (get.Henricus Partoons, Cornelia Comans).
  4. Joanna (10.103), geboren 10.06.1678 (get.Matthi v.Daelem, Ma.Roosen noe Elisabeth C.). Zij trouwt 13.01.1715 in de St.Catharina-kerk met Philippus Karis.
  5. Lambert (10.104), geboren 28.11.1679 (get.Matthi Roosen noe Godefr.v.d.Eycken, Cornelia Jeckermans).
  6. Anna Margarita (10.105), geboren 09.03.1686 (get.Tilm.v.Geleen, Digna v.d.Broock), overleden 28.02.1766 (in de Nicolaaskerk begr.). Zij trouwt 07.10.1717 met Alexander Frère (+ vóór 1766).

[1] Een daker is een pak met een tiental huiden (lat. Decuria); een last huiden werd vaak gelijkgesteld aan 20 dakeren.

[2] Vlijtingen, ligt westelijk van Maastricht

[3] Ligt hier de relatie naar Lieven Tuetelaer, suikerbakker in La Rochelle??

[4] De Navorscher 1935 - Gichtregister Brabant 23 Juni 1533 fol. 220vo; 13. fol. 25-lvo;

[5] Pater Dr. Th.P. van Zijl S.V.D. (1919-1996 Teteringen)

[6] Kanunnik is een titel die aan bepaalde geestelijken wordt verleend binnen enkele christelijke kerkgemeenschappen. Het is een katholieke geestelijke, verbonden aan een kapittel, waarbij hij vaak een bestuurlijke taak vervult.

[7] Een cantor (van het Latijn cantare = zingen) is een zanger, voorzanger of de leider van de zang in kerken.

[8] Zie ook: Publications Vol.131-1995; blz.90,91.

[9] Aan of in de nabijheid van het klooster

[10] Op de Houtmarkt, net buiten de oude omwalling

[11] In het centrum van Maastricht waren er drie parochies: de parochie van St. Jan, Nicolaas en Matthias. Zoals de St. Jan de parochiekerk bij de Servaas was, was de Nicolaaskerk de parochiekerk bij de O.L.V. basiliek.

[12] RHCL Maastrichtse Ambachten en Ambachtsbeurzen VII-210; blz.203

Geen opmerkingen: